donderdag 21 januari 2010

Nederlands Zorgautotiteit

Onderstaande brief aan de Nederlands Zorgautotiteit gestuurd.

Stichting Herstel Ziekenhuis Velp


P/a Alteveer 30

6881 BK Velp


NZa

Postbus 3017

3502 GA Utrecht


Velp, 19 januari 2010


L.S.,

In december 1997 droeg de minister van Volksgezondheid het bestuur van Ziekenhuis Rijnstate te Arnhem op om, in gezamenlijk overleg met de ziekenhuizen Velp en Zevenaar. te komen tot een beddenreductie in de regio, zulks naar aanleiding van het feit dat ziekenhuis Rijnstate bij de nieuwbouw vastgestelde normen had overschreden.

Na moeizame onderhandelingen kwam overeenstemming tot stand met als uitkomst dat de beddenreductie in de regio volledig ten koste zou gaan van ziekenhuis Velp, maar met de nadrukkelijke voorwaarde dat ziekenhuis Velp als volwaardig ziekenhuis zou kunnen blijven voortbestaan. Rijnstate, Velp en Zevenaar dienden een - niet vrijblijvend - samenwerkingsverband aan te gaan.

Het voert te ver om uiteen te zetten hoe deze voorwaarde geweld is aangedaan, maar het resultaat is dat klinische behandeling uit Velp is verdwenen en volledig naar Rijnstate is overgeheveld, zulks in het kader van een doorgevoerde fusie, voorafgegaan door “een (geen vergunning vereisende) concentratie tussen Stichting Ziekenhuis Rijnstate en Stichting Ziekenhuis Velp tot Stichting Holding Rijnstate Velp” en een samenwerking tussen deze SHRV en Stichting Ziekenhuis Zevenaar, die niet als concentratie werd aangemerkt..

De NMa had overwogen dat óók ten aanzien van laatstgenoemde concentratie gold dat “er geen reden was om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie zou ontstaan of worden versterkt, die de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan significant zou belemmeren”.

In 2007 hebben wij de NMa nog weer eens geattendeerd op de gevolgen van de doorgevoerde maatregelen voor de ziekenhuiszorg in de regio, die Rijnstate wel degelijk een economische machtspositie verleent. Wij verzochten de NMa handhavingsmaatregelen te nemen.

In haar antwoord stelde de NMa “dat in het onderhavige geval mogelijk sprake is van een samenloop van de bevoegdheid van de Nederlandse Zorgautoriteit met betrekking tot aanmerkelijke marktmacht en de bevoegdheid van de NMa in het kader van misbruik van een economische machtspositie in de zorgsector”. Artikel 18 lid 1 Wet Marktordening Gezondheidszorg en artikel 6 lid 1 van het samenwerkingsprotocol tussen NMa en NZa bepalen dat de NMa “zal bevorderen dat betrokkenen bij aangelegenheden waarbij mogelijk sprake is van genoemde samenloop zich in beginsel wenden tot de NZa”, reden waarom het “voor de NMa niet doelmatig [werd geacht] om [ons] verzoek verder te behandelen”.

Onlangs heeft de NMa echter steekproefsgewijs gekeken naar de gevolgen van fusies tussen ziekenhuizen in Rotterdam en in het Gooi.

"Patiënten blijken niet te gaan reizen naar een concurrerend, goedkoper ziekenhuis. Daardoor kunnen fusieziekenhuizen zich regionaal als monopolist gedragen".

Wij kunnen dit slechts opvatten als “een economische machtspositie, die de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan significant belemmert”.

Gaarne verzoeken wij u om, naar aanleiding hiervan, te onderzoeken of hier van aanmerkelijke marktmacht, dan wel van misbruik van een economische machtspositie sprake is, te meer gezien de alarmerende geluiden die uit Ziekenhuis Zevenaar komen.

De stichting behoud zich het recht voor om aanvullende informatie aan te leveren en is graag bereid de brief mondeling toe te lichten en/of vragen te beantwoorden.

Hoogachtend,

Namens het bestuur,



F.D. Gunning

Secretaris



http://www.istats.nl/count.php?cid=51512">>

Geen opmerkingen:

Een reactie posten